In vogelvlucht: de zadelzwam

Iemand uit het dorp tipte mij of ik de zadelzwam al gezien had bij de moerbeientuin. Dat was niet het geval dus toen ik een keer in Biddinghuizen was ben ik naar deze plek gereden om een kijkje te nemen. Zadelzwammen zijn bijna het hele jaar te vinden van april t/m december met vaak een piek in mei en oktober. Mede daardoor behoren ze tot de bekendste paddenstoelen van Nederland.


De zadelzwam die ik aantrof groeide op een moerbeiboom ca. 60 cm boven de grond. De zadelzwam stelt geen hoge eisen aan zijn omgeving. Het is een buisjeszwam die valt onder de plaatjes-loze vlieszwammen. De grote hoeden kunnen wel tot 60 cm groot worden en de zijdelingse geplaatste steel groeit dan vast aan stronken of stammen. De grote okerkleurige hoed is bezet met bruine gerangschikte schubben.


Wat wij vaak vergeten is de onderkant, nu kunnen wij de poriën duidelijk zien omdat deze zwam zich een eindje boven het maaiveld bevindt. Mocht dit in andere gevallen laag bij de grond zijn dan kunnen we altijd met een spiegel de onderkant bekijken.


De Nederlandse naam verwijst naar de gelijkenis met zadels. De zadelzwammen hebben een voorkeur voor dood hout en in enkele gevallen tref je ze aan op levend hout. Waar je ze vooral op tegenkomt is dood essenhout en minder vaak op iep, wilg beuk en els. Dan is het toch wel bijzonder dat je deze op een moerbei tegen komt.

Dick van de Graaf