In Vogelvlucht: De Pinksterbloem en haar geheim
Donderdag 24 april 2014BIDDINGHUIZEN - Dick van de Graaf heeft weer een aflevering geschreven voor de rubriek: In Vogelvlucht. In deze aflevering is het onderwerp: De Pinksterbloem en haar geheim.
Als we de maand april eens terug kijken dan is de natuur ten opzichte van vorig jaar ruim 4 weken eerder. De bermen en graslanden bloeien weelderig en daar wil ik nu eens bij stil staan: de natuur en zijn omgeving zoeken elkaar toch op de één of andere manier op en hebben elkaar nodig.
We gaan er snel aan voorbij maar als we de mogelijkheid hebben en het verhaal opzoeken dan is het toch ontzettend b(l)oeiend. Zo ook het verhaal van de pinksterbloem en het ….......
De pinksterbloem vinden we in graslanden, slootkanten, loofbossen en moerassen. Als het maar vochtig of nat is en over het algemeen in voedselrijke maar niet bemeste graslanden. De pinksterbloem kan tot 50cm hoog worden, de kleur varieert van wit tot lila en soms ook tot paars. Grasvelden kunnen er vol mee staan dat het een lust voor het oog is.
Onder in de bloemen wordt nectar geproduceerd en de bestuiving gebeurt door insecten. Tijdens een regenbui valt op dat de bloemen dicht gaan en naar beneden buigen. Daardoor blijft het stuifmeel droog. De pinksterbloem werd en wordt als rauwkost gegeten. De smaak is wat scherp en lijkt op die van tuinkers. Om die reden wordt de plant niet graag door dieren gegeten, maar sommige insecten hebben zich daar juist op gespecialiseerd.
En dat is nu net het geheim van de pinksterbloem: het oranje tipje.
Hoe zien ze eruit?
Het mannetje van het oranje tipje kun je heel makkelijk herkennen. Als je goed kijkt dan zie je dat hij oranje punten op zijn vleugels heeft, vandaar de naam oranje tipje. De vrouwtjes hebben die niet en lijken daarom veel op de witjes. Het valt echter niet mee om dit snelle vlindertje te aanschouwen, je moet geduld hebben en tijdens het voorbijvliegen waarnemen dat er aan de tipjes van de vleugels oranje zit. Het oranje tipje vliegt van half april tot begin juni
Waar leven de rupsen?
Voor het oranje tipje is het heel belangrijk dat de voedselplanten van de rups (ook wel waardplanten genoemd) in de buurt zijn, bijvoorbeeld de pinksterbloem. Op elke plant legt het vrouwtje één eitje. De rups die uit het eitje komt, heeft genoeg te eten in zijn eentje. Wanneer de rupsen uitgegroeid zijn, kruipen ze naar de bosrand om zich daar tussen de planten te verpoppen. En de bosrand is ook belangrijk voor de vlinders zelf want de mannetjes zoeken daar naar vrouwtjes. Je snapt het al: het is heel belangrijk voor het oranje tipje dat er graslanden met bosranden in de buurt zijn.
Ik hoop dat u met deze informatie op onderzoek uitgaat en dan weet ik bijna wel zeker dat u het oranje tipje tegenkomt. Veel succes en geniet van de bijzondere waarnemingen in het veld.
Dick van de Graaf
We gaan er snel aan voorbij maar als we de mogelijkheid hebben en het verhaal opzoeken dan is het toch ontzettend b(l)oeiend. Zo ook het verhaal van de pinksterbloem en het ….......
De pinksterbloem vinden we in graslanden, slootkanten, loofbossen en moerassen. Als het maar vochtig of nat is en over het algemeen in voedselrijke maar niet bemeste graslanden. De pinksterbloem kan tot 50cm hoog worden, de kleur varieert van wit tot lila en soms ook tot paars. Grasvelden kunnen er vol mee staan dat het een lust voor het oog is.
Onder in de bloemen wordt nectar geproduceerd en de bestuiving gebeurt door insecten. Tijdens een regenbui valt op dat de bloemen dicht gaan en naar beneden buigen. Daardoor blijft het stuifmeel droog. De pinksterbloem werd en wordt als rauwkost gegeten. De smaak is wat scherp en lijkt op die van tuinkers. Om die reden wordt de plant niet graag door dieren gegeten, maar sommige insecten hebben zich daar juist op gespecialiseerd.
En dat is nu net het geheim van de pinksterbloem: het oranje tipje.
Hoe zien ze eruit?
Het mannetje van het oranje tipje kun je heel makkelijk herkennen. Als je goed kijkt dan zie je dat hij oranje punten op zijn vleugels heeft, vandaar de naam oranje tipje. De vrouwtjes hebben die niet en lijken daarom veel op de witjes. Het valt echter niet mee om dit snelle vlindertje te aanschouwen, je moet geduld hebben en tijdens het voorbijvliegen waarnemen dat er aan de tipjes van de vleugels oranje zit. Het oranje tipje vliegt van half april tot begin juni
Waar leven de rupsen?
Voor het oranje tipje is het heel belangrijk dat de voedselplanten van de rups (ook wel waardplanten genoemd) in de buurt zijn, bijvoorbeeld de pinksterbloem. Op elke plant legt het vrouwtje één eitje. De rups die uit het eitje komt, heeft genoeg te eten in zijn eentje. Wanneer de rupsen uitgegroeid zijn, kruipen ze naar de bosrand om zich daar tussen de planten te verpoppen. En de bosrand is ook belangrijk voor de vlinders zelf want de mannetjes zoeken daar naar vrouwtjes. Je snapt het al: het is heel belangrijk voor het oranje tipje dat er graslanden met bosranden in de buurt zijn.
Ik hoop dat u met deze informatie op onderzoek uitgaat en dan weet ik bijna wel zeker dat u het oranje tipje tegenkomt. Veel succes en geniet van de bijzondere waarnemingen in het veld.
Dick van de Graaf