Biddinghuizen valt onder Verdachtgebied Ontplofbare Oorlogsresten
Maandag 24 januari 2022BIDDINGHUIZEN - Waterschap Zuiderzeeland, provincie Flevoland en gemeente Lelystad hebben in kaart laten brengen waar in de provincie Flevoland explosieven uit de Tweede Wereldoorlog kunnen zijn achtergebleven. Op de kaart is te zien dat Biddinghuizen en buitengebied volledig vallen onder 'Verdachtgebied Ontplofbare Oorlogsresten'. Het is de eerste keer in Nederland dat een hele provincie is onderzocht.
Bodembelastingkaart
Het historisch vooronderzoek naar achtergebleven explosieven is anders gedaan, omdat de Flevopolder tijdens de oorlog nog water was. Het resultaat van dit onderzoek is de zogenaamde 'Bodembelastingkaart'. Op deze kaart is te zien waar een verhoogd risico bestaat om niet ontplofte oorlogsresten aan te treffen. Voor aandachts- en verdachte gebieden is aangegeven wat te doen bij werkzaamheden in het betreffende gebied.
Grondonderzoek bij de beoordeling van dijken
Voorafgaand aan veel projecten worden grondonderzoeken gedaan. Meestal hoort daarbij een onderzoek naar ontplofbare oorlogsresten (OO), ook vaak niet gesprongen explosieven (NGE) genoemd. Voor Waterschap Zuiderzeeland is dit onderzoek nodig bij diverse projecten en dijkversterkingen, zoals bij de versterking van de Drontermeerdijk en de IJsselmeerdijk. Vandaar dat Zuiderzeeland het initiatief heeft genomen om dit onderzoek voor zijn hele beheergebied uit te laten voeren.
Provincie Flevoland en gemeente Lelystad zijn aangehaakt
Vanwege openbare veiligheid waren ook de provincie Flevoland en gemeente Lelystad geïnteresseerd. Zij wilden graag het onderzoeksgebied verbreden met delen van het Markermeer en het IJsselmeer en de randmeren. Bovendien schoof Rijkswaterstaat aan als expert en adviseur. Het resultaat is de Bodembelastingkaart Ontplofbare Oorlogsresten voor de hele provincie Flevoland. Hiermee kunnen bij werkzaamheden in Flevoland tijdig beheersmaatregelen worden getroffen. Dat stimuleert veilig werken en voorkomt kosten en vertragingen bij projecten.
Redactie BHZNet.nl / Bron: Provincie Flevoland