Terugblik winterconcerten Colombinehuis
Donderdag 16 februari 2012BIDDINGHUIZEN - Op 12 februari heeft het laatste concert van dit seizoen in het Colombinehuis plaatsgevonden. Erie van Veelen opende met de woorden dat het zo mooi is, dat er van alle kanten nieuwe artiesten worden aangedragen. Een teken dat mensen graag optreden in het Colombinehuis. Een reactie uit de zaal was: "Ik vond alles heel mooi!" En dat was het.
Het programma was zeer afwisselend. Er werd geluisterd naar een klein concert van Leonie Herbes en Watze Kolsters. Leonie speelde op de hobo en Watze begeleidde haar op de piano. Watze legde uit wat Hobo betekent: haute bois – hoog hout.
Ze speelden liederen van Widerkehr, Carl Nielsen en Johann Hasse, componisten uit vorige eeuwen en niet zo heel bekend. Het eerste stuk bestond uit vier delen, die in elkaar overvloeiden. Er werd gevraagd en beantwoord. De hobo klonk helder en warm en vormde een mooi geheel met het ook soms frivole pianospel. Soms hoorde je er het gehuppel van kaboutertjes of eekhoorntjes in. Ook waren er verrassende tempowisselingen te horen.
Na dit prachtige samenspel vertelde Hans de Bondt voor de derde keer voor de Colombinehuisgasten over zijn liefde voor de polder en de natuur. Hij heeft het gras zien bloeien en zag er een blauwe waas over heen liggen. Er werd hem verteld dat dat ereprijs is en niet uit te roeien. Maar hij was ontroerd door dat ”onkruid” evenals van de akkerwinde en de blauwe distel, die niet door iedereen aanbeden wordt. Maar na zijn gedicht zou je er zo van gaan houden. Polder schepping in het klein: God was niet de baas, maar wij: de toekomst tegemoet en juichend door de oogst gaan. Hij is trots op zijn twaalfde provincie.
Voor de pauze trad Herma Loohuis op, vergezeld door Rob Arentsen, die haar begeleidde op zijn twaalfsnarige gitaar. Ze zong liedjes van Adele en Ilse de Lange. Het was haar eerste optreden in haar solocarrière. Ze heeft haar leven lang in koren gezongen en heeft het roer nu omgegooid. Gewaagd, dat ze juist met deze niet gemakkelijk te zingen liederen haar debuut maakte.
Na de pauze kon iedereen mee klappen op de muziek van iets heel anders: Countrymuziek van Melody Jane en the Rambling boys. Er werd gespeeld op de gitaar, op een bas jukalille, kazoo en op de drum. De bas jukalille was een zeer klein gitaartje met kunststof bas snaren erop. Het gaf een zeer warm, mooi geluid. Er werd gezongen over bandieten, lange verre reizen en overspel.
Dit alles vormde zondag 12 februari een zeer goede en hartverwarmende afsluiting van een koud en lang winterseizoen.