Akkerwinders terug in de tijd
Zaterdag 26 november 2005BIDDINGHUIZEN - Hoe leefden in 1930 een vissersfamilie in een plaatsje aan de Zuiderzee? Wat voor kleren droegen kinderen en welke spelletjes deden ze? En welke invloed had de komst van de Afsluitdijk op de familie?
Op deze en vele andere vragen krijgen kinderen antwoord in het project ‘Met Jet en Jan op stap in 1930, visserskinderen aan de Zuiderzee’. Op 14 november heeft de basisschool De Akkerwinde uit Biddinghuizen de spits afgebeten met de eerste voorbereidende les van dit geschiedenisproject.
Op 22 november zijn de leerlingen van groep 5 en 6 vol enthousiasme aan de slag gegaan in Nieuw Land Erfgoedcentrum met de allereerste museumles van het project.
Jet & Jan
‘Met Jet en Jan op stap in 1930’ geeft leerlingen uit groep 5 van de basisschool een beeld van het dagelijks leven in Harderwijk - een vissersplaats aan de Zuiderzee - rond 1930. In de voorbereidingslessen op school leest de leerkracht voor over Jet en Jan. De kinderen maken zo kennis met de familie van Jet en Jan en met thema’s als wonen, werken, voeding, school en spel, maar ook met de komst van de Afsluitdijk en de gevolgen hiervan voor het vissersstadje Harderwijk.
Invloed
Vervolgens doen de leerlingen allerlei opdrachten om het verleden tot leven te brengen. Zo hangen ze oude en recente foto's op een tijdbalk, maken ze een portret van Jet en Jan en leren zij over de invloed van de Afsluitdijk en het inpolderen van land.
Activiteitencircuit
De geschiedenis van de eigen omgeving werd voor de kinderen pas echt tastbaar in het Nieuw Land Erfgoedcentrum. Hier zien en beleven de leerlingen hoe hun provincie is ontstaan. De groep werd ontvangen door Tanneke de Groot, educatief medewerker van Nieuw Land. Eerst bekeken ze de presentatie Cornelis Lely, een spectaculaire film waarin Cornelis Lely ‘zijn’ verhaal vertelt van de inpolderingen in de Zuiderzee. De kinderen waren onder de indruk van de realistische effecten en vonden het erg interessant.
Bikkelen
Bij de inleiding bleken de kinderen, dankzij de voorbereidende les, helemaal op de hoogte van het wel en wee van hun vroegere leeftijdgenootjes Jet en Jan. Bij de vraag wie Jet & Jan zijn, gingen veel enthousiaste vingertjes de lucht in en klonken er vele antwoorden. Hoogtepunt van het museumbezoek was het activiteitencircuit waarbij de kinderen aan de slag gingen met concrete voorwerpen en elementen uit het verhaal. Op het programma stond onder meer koffie malen, trippen lopen, zeilknopen leggen en het oud Hollandse spel ´bikkelen´.
Trippen lopen en bikkelen
De kinderen werden in 6 groepjes verdeeld en gingen ieder aan de slag met een ander onderdeel van het activiteitencircuit. Bij het ´trippenlopen´ is het dringen geblazen. De polderwerkers gebruikten vroeger trippen om niet in de pas droog gevallen grond weg te zakken. Het waren houten plankjes die zij onder hun schoenen bonden. De kinderen zijn zo nieuwsgierig naar de trippen dat ze amper geduld hebben om eerst naar het achtergrondverhaal te luisteren. Ze willen allemaal tegelijk de trippen onder hun voeten binden, maar ze moeten even op hun beurt wachten. Chris vindt het maar rare schoenen, `maar het lopen voelt wel normaal`. `Je moet uitkijken dat je niet valt`, roept Nathalie. Zij vond het trippen lopen erg raar voelen. `Bij ons heb je nooit modder`.
Koffie
Bij het koffie malen zijn de kinderen erg fanatiek bezig. Ze malen koffie in echte oude koffiemolens. Het gaat soms een beetje stroef maar als ze hun ´draai´ gevonden hebben, gaat het hard. Zo nu en dan kijken ze even trots in het bakje naar het maalresultaat. Het is dan ook erg moeilijk om de molen af te staan aan een medeleerling die staat te trappelen om het ook eens uit te proberen. Leslie vond het niet moeilijk want hij had het al eens bij zijn oma uitgeprobeerd. Donny kwam tot het besef dat ze nu misschien de zelfgemalen koffie ook moesten opdrinken. `Maar ik lust helemaal geen koffie!`
Paalsteek
Op een andere plek zijn leerlingen bezig om een ´paalsteek´ te knopen. Vissers gebruiken deze knoop om de zeilen vast te maken of hun botter aan een paal in de haven vast te leggen. De kinderen knopen er al lustig op los, echter het resultaat lijkt verre van een paalsteek. Het vergt dan ook concentratie en vooral goed kijken naar het voorbeeldstappenplan. Onder goede begeleiding worden een paar prachtige paalknopen gecreëerd.
De toeter klinkt, het signaal om van activiteit te wisselen. Nu wordt het ´bikkelen´ uitgeprobeerd. Een eenvoudig spel met een klein balletje en botjes (bikkels). Het balletje moet ´met de verkeerde hand´ omhoog gegooid en weer gevangen worden terwijl het kind met de andere hand in diezelfde tijd een bikkel opgeraapt moet hebben. Het spel doet een groot beroep op de motoriek van de kinderen en zorgt voor komische taferelen. Het geheel wekt de indruk dat ze beter thuis zijn in de moderne computergames.
Watertheater
Ook doen de leerlingen opdrachten in het `Watertheater´. Ze ondervinden dat een schuin aflopende dijk beter bestand is tegen hoge golven dan een recht aflopende dijk. Bij de rechtaflopende dijk slaan de golven namelijk de sigaret uit van de boer die op de dijk loopt. Dat zorg voor veel hilariteit en fanatisme om steeds hogere golven te creëren.
Op een andere plek in het Watertheater proberen de kinderen een bootje door een sluis te loodsen. Dan blijkt wederom dat geduld een schone zaak is, want elke keer als de sluis te vroeg open gezet wordt, verdwijnt het bootje half onder water. Dat vinden ze natuurlijk óók spectaculair, maar uiteindelijk slagen ze met vlag en wimpel in de sluizentest.
Zowel de kinderen als de begeleiding waren zeer enthousiast over de museumactiviteit en bij het napraten wordt alles nog eens dunnetjes over gedaan. Met veel fanatieke vingertjes en vele enthousiaste antwoorden.
Verwerkingsles
Terug op school horen de kinderen het tweede deel van het verhaal, waarin Jet een gulden vindt. Hoe het verhaal afloopt en wat Jet met de gulden gaat doen mogen de leerlingen zelf bedenken.
Het concept voor het project ‘Met Jet en Jan op stap in 1930’ is ontwikkeld door het Erfgoedcentrum Utrecht en is overgenomen en vertaald naar de lokale omstandigheden van de provincie Flevoland door het Nieuw Land Erfgoedcentrum. Op dit moment zijn al 25 basisscholen in de provincie geïnteresseerd in het project.
Bron: Nieuws TV