Hard rechtuit, ook na 100 meter
Maandag 24 december 2007BIDDINGHUIZEN - Misschien hebben de helden van de kortebaan, de oervaders van het wedstrijdschaatsen, zich in hun graf omgedraaid.
Afvalraces zonder geldprijzen op een kunstijsbaan van 5 kilometer in de Flevopolder, met klapschaatsen voor een handjevol toeschouwers – het lijkt niet op de hardrijderij over 160 meter die zij eeuwenlang beoefenden met houten schaatsen, op bevroren weilanden en vaarten, vaak voor honderden toeschouwers, met geldprijzen van meer dan 100 gulden.
Polshoogte
Maar het is niet uitgesloten dat de oervaders zich zouden herkennen in de laconieke reacties van de levende oud-kampioenen van de kortebaan, die op uitnodiging van de schaatsbond poolshoogte komen nemen bij de poging een bijna uitgestorven traditie nieuw leven in te blazen. De Friezen Piet de Boer (11-voudig Nederlands kampioen) en Matthijs Kuiper (2-voudig Nederlands kampioen) knikken goedkeurend bij het zien van de gretige jongelui, die de vrieskou verkiezen boven de verwarmde schaatshal.
De Boer en Kuiper nemen het voor lief dat op de langste kunstijsbaan van Nederland een loopje wordt genomen met tal van gebruiken. Zo werd de laatste rit van de finale vroeger naar het dorp toe gereden. Maar Biddinghuizen ligt kilometers van de ijsbaan. Bovendien is het onmogelijk de apparatuur van de fotofinish snel te verplaatsen. En dus spurten de finalisten naar de leegte van de polder, precies zoals ze tijdens de voorrondes van de afvalrace deden.
Schaatser van de eeuw
Met een kennersoog monsteren De Boer, die vanwege zijn kortebaanprestaties vóór Rintje Ritsma tot Fries schaatser van de 20ste eeuw werd verkozen, en Kuiper de verbeten strijd tussen hun opvolgers. Vooral het laatste stuk heeft hun interesse. De huidige generatie sprinters weet niet beter of ze slaan na 100 meter linksaf. Op de kortebaan moeten ze nog 60 meter rechtdoor.
‘Ik was 20 jaar toen ik voor het eerst een bocht reed’, zegt de 61-jarige De Boer, terwijl hij de fijne kneepjes over het verlengen van de slag na 100 meter tracht toe te lichten. ‘Als je krabbelt word je geen kampioen, zeker als je in een afvalrace zoals hier zeven keer 160 meter moet rijden. Ik bleef altijd schaatsen.’
Sprinttop
De Boer en Kuiper, de oudere broer van TVM-trainer Geert Kuiper, zouden graag zien dat de Nederlandse sprinttop zich eens zou wagen aan de kortebaan. Vooral Gerard van Velde, die als een van de weinige schaatsers meer plezier beleeft aan de rechte stukken dan aan de bocht, zou hoge ogen kunnen gooien. Maar de topsprinters voelen aan de vooravond van de NK en WK sprint niets voor het verlaten van het Zamboni-ijs.
In Biddinghuizen strijden subtoppers om de eer: de Overijsselse tweeling Ronald en Michel Mulder en de Friezen Jesper Hospes en Sietse Heslinga. Ze schieten over het ijs en peinzen er niet over om vlak na de finish vol in de remmen te gaan, zoals hardrijders vroeger vaak noodgedwongen deden. De baan bood meestal geen ruimte om uit te glijden. ‘Het is wel gebeurd dat we over de dijk vlogen’, zegt de 56-jarige Kuiper. ‘Deze jongens zijn slim. Ze willen hun schaatsen scherp houden, dus remmen ze niet.’
Onder de 14
Van de tijden zijn de oudgedienden niet onder de indruk. De Boer en Kuiper weten nog exact wat hun beste prestaties waren op de 160 meter, al is het jaar waarin ze de toptijden reden ze ontschoten. Kuiper liet eens 13,51 klokken, De Boer was ooit ietsje sneller: 13,50. ‘Dat was handgeklokt, dus daar moet je nog eens tweetiende seconde bijtellen. Maar we bleven in ieder geval onder de 14’, zegt Kuiper, terwijl hij vergenoegd constateert dat de huidige hardrijders met klapschaatsen een seconde langzamer zijn.
Niet dat het veel uitmaakt. Op de kortebaan staan de duels centraal. Hoewel de NK tot leedwezen van de Friese cracks geen Friese finale kent, zorgen de gebroeders Mulder voor een apotheose die vroeger nog lang zou zijn nabesproken aan de toog van een naburige herberg.
Ronald blijft zijn broer Michel in vliegende vaart nipt voor en verovert in 14,63 zijn eerste Nederlandse seniorentitel. Zijn laatste 60 meter geven de doorslag, precies zoals De Boer en Kuiper al voorzagen.
Mulder kijkt vreemd op als hij kort na zege hoort dat de oud-kampioenen lang voor zijn geboorte een seconde harder reden dan hij, maar hij trekt hun woorden niet in twijfel. ‘Respect’, zegt hij spontaan.
Het klinkt De Boer en Kuiper als muziek in de koude oren.
Bron: De Volkskrant